De kleine heropleving op de oliemarkt maakt weer plaats voor een negatieve trend richting de 0 dollar. Dinsdag gingen de olieprijzen weer met 20 procent onderuit omdat beleggers en investeerders nog altijd met de angst zitten inzake de hoge olievoorraden en de lage vraag naar olie door de tragere groei van de wereldeconomie.

De WTI crude viel dinsdag hard naar beneden, met 20 procent richting 10,07 dollar. Analisten vrezen dat de Amerikaanse olie-index opnieuw naar negatief terrein zal dalen de komende dagen en weken. Vorige week bereikte de WTI crude zijn historisch dieptepunt van -37,63 dollar per vat.

De pandemie schudt de markten heftig door elkaar, vooral de oliemarkt. Door de verlaagde bedrijfsactiviteiten wereldwijd, is de vraag naar olie drastisch gedaald. Een groot contrast met het aanbod vermits de Amerikanen een torenhoge voorraad hebben opgestapeld.

Robert Rennie, strateeg bij Westpac, benadrukt dat de olie-industrie zijn limit aan het bereiken is om olie op te slaan. De olie die teveel wordt geproduceerd, en niet opgeslagen kan worden, willen ze zelfs van de hand doen door er geld voor te betalen. Vandaar de negatieve prijzen van vorige week.

Minder produceren

Volgens beleggers en investeerders is de oplossing eenvoudig, olieproducenten moeten simpelweg stoppen met olie te produceren. Maar er is geen enkele producent die hier de eerste stap in durft te zetten. Begin mei gaan de OPEC en Rusland al 10 procent minder produceren maar dat gaat zeker niet voldoende zijn om het aanbod af te stemmen op de vraag naar olie.

Zolang COVID-19 een bedreiging blijft, zal het scenario op de oliemarkt en de beurzen niet snel veranderen. Het is vooral de situatie omtrent de wereldeconomie die een belangrijke rol speelt voor olie. Hoe sterker de wereldeconomie, hoe groter de vraag naar olie en hoe hoger de prijzen uiteindelijk zullen gaan.

Bronnen: FT

Foto: Needpix