De vrees voor een nieuwe financiële crisis, zoals in het jaar 2008, doet de markten huiveren. Ook op de oliemarkt neemt de druk toe, de angst bij beleggers duwt de olieprijzen richting 65 – 70 dollar per vat. Daarenboven zijn er ook nog twijfels over het herstel van de Chinese economie.

Maandag daalden de prijzen van Brent crude tot onder de 72 dollar per vat tijdens de intraday-handel als gevolg van de onrust in de bankensector. Het Brent-contract voor levering in mei werd verhandeld tegen 71,64 dollar per vat om elf uur Londense tijd, een daling van 1,33 dollar per vat ten opzichte van de afsluiting van vrijdag.

De prijs voor een vat WTI crude bevindt zich al in de 65 dollar-range. De neerwaartse trend op de oliemarkt is sinds juni vorig jaar bezig, toen bedroeg de prijs voor een vat WTI crude nog rond de 120 dollar.

Olie onder druk

De olieprijzen staan onder druk door de crisis in de bankensector, met de val van Silicon Valley Bank en de overname van Credit Suisse door UBS in een tijdsbestek van twee weken. Twee bronnen binnen de OPEC+-alliantie hebben aangegeven dat de onzekerheid in het bankwezen de angst voedt voor een nieuwe financiële ineenstorting, vergelijkbaar met de crisis van 2008.

De daling van de olieprijzen is waarschijnlijk tijdelijk en wordt niet ondersteund door fundamentele factoren van vraag en aanbod. OPEC+ heeft zich het afgelopen jaar ingezet voor stabiliteit op de oliemarkt om langetermijninvesteringen in reservecapaciteit aan te moedigen en leveringstekorten te voorkomen.

Er blijft echter twijfel over de potentiële vraagimpuls van een heropening van de Chinese economie, terwijl de vooruitzichten inzake het aanbod door Rusland ook onzeker is. Saoedi-Arabië en Rusland hebben bevestigd dat ze zich inzetten voor het OPEC+-beleid om tot eind 2023 een gecombineerde productie van 2 miljoen vaten per dag van de markten te halen.

Bronnen: Ruxandra Iordache – CNBC

Foto: John Ciccarelli , BLM – Flickr – Public domain