De onvermijdelijke deflatie (en waarom inflatie onnatuurlijk is)

Het is voor beleidsmakers een mooi streven: een inflatie van rond de 2%. Dat lukt altijd net niet, of net wel. Hoe dan ook, het is niets om over naar huis te schrijven.

Neem dan een voorbeeld aan Venezuela.

Daar kost een zak rijst 10.000 Venezolaanse bolivar (VEF). Dat is een kruiwagen vol. En dat is wat je krijgt, met inflatie rond de 700%.

Overigens: in euro’s, kost een zak rijst in Venezuela omgerekend een euro of 2.

Kleine ondernemers in Venezuela verdienen nu letterlijk trucks vol met geld. Maar ze zijn nog nooit armer geweest dan in 2017. Wie met 100 biljetten over straat loopt, heeft vaak nog niet eens het equivalent van een paar euro’s op zak.

Het is de nietsontziende kracht van hyperinflatie. Met tassen vol geld naar de winkels om te betalen. Dat geld wordt vervolgens op een weegschaal gewogen (is sneller).

Dan is het heel begrijpelijk, dat er mensen zijn die schrik hebben voor een hoop inflatie.

Dat was in Europa (en Amerika) ongeveer 10 jaar geleden ook zo. Toen stonden aandelenkoersen nog onder druk vanwege inflatieangst.

Nu hebben we in Nederland vooral hoge inflatie gekend in de jaren ’70. Al valt dat in het niet bij de inflatie die ze kennen in Venezuela, of Zimbabwe.

Venezuela is echter een uitzondering. In de meeste gevallen, valt het allemaal wel mee met de inflatie. 

Europeanen delen vaak dezelfde angst als Warren Buffett. Hij heeft namelijk gezegd dat deflatie veel en veel enger is dan inflatie.

Geef Buffett eens ongelijk.

Hij heeft immers miljarden verdiend door in bedrijven te investeren die dingen verkopen. En als prijzen dalen, stel je als consument je aankopen uit. Dat is dus slecht nieuws voor de miljardair.

Dat gebeurde bijvoorbeeld in 1930 en in 2009. Zowel de kredietcrisis als de crisis van de jaren 30, zien we nu als een van de grootste crises in onze moderne economische geschiedenis.

Het nadeel van deflatie?

Het is zo lastig op te lossen. Het kan wel. Maar het is lastig. Een oplossing: geef als overheid een hoop geld uit of ga oorlog voeren (of beide).

Dat klinkt vrij heftig, maar het is wel wat er historisch gezien is gebeurd na een periode van deflatie.

Nu geloof ik zelf niet zo in het hele idee van uitgestelde aankopen vanwege inflatie. Natuurlijk zullen consumenten wachten met een aankoop als de prijzen blijven dalen.

Omgekeerd geldt dan ook dat inflatie alleen maar zal toenemen, omdat mensen nu alvast kopen om dat later niet duurder te hoeven doen.

Klinkt toch een beetje vreemd? De waarheid ligt eerder wat in het midden.

Consumenten zullen in het begin aankopen uitstellen, maar wel tot op zekere hoogte. Ooit heb je namelijk een product nodig, ook al is het morgen goedkoper.

Op dit moment, hebben we nog veel angst voor deflatie. Zeker in Europa. Dat heeft alles te maken met traditionele economische modellen.

Kijk maar eens naar de huidige rente.

De rente is namelijk een prima graadmeter voor de kostprijs van toekomstige consumptie. Bij een hoge rente, is spaargeld meer waard. Hoe hoger, hoe meer waarde.

Andersom geldt natuurlijk precies hetzelfde.

De hoge spaarrente gaat gepaard met hogere inflatie. Het spaargeld wordt dus wel meer waard, maar de totale waarde gaat weer wel achteruit door de geldontwaarding.

Je zou de spaarrente dus kunnen zien als een bruto-opbrengst, en na aftrek van de inflatie hou je dan de netto-opbrengst over. Dit is dus eigenlijk de werkelijke rente die je ontvangt: de verwachte opbrengst na inflatie.

Lage inflatie, of deflatie, zoals we nu kennen in Europa, zorgt dan voor een probleem. De nominale rente kan namelijk niet onder 0 dalen.

Het zou betekenen dat spaarders iedere maand op hun spaargeld inleveren en dus beter geld in hun matras kunnen stallen.

En dat is dus het probleem aan de huidige situatie; de lage rente met lage inflatieverwachtingen, zal dan zorgen voor nog lagere inflatie.

In traditionele economische modellen is het dus zo dat korte termijn deflatie (van een maximaal een paar maanden) goed kan zijn voor de economie.

Het is eigenlijk een soort directe belastingverlaging waardoor er meer geld overblijft voor aankopen.

Als de deflatie echter te lang aanhoudt, is dat weer slecht voor de economie omdat de uitweg zo lastig te vinden is. Zeker met lage inflatie, zijn oplossingen vooral ‘onconventioneel’, zoals de nominale rente onder 0% drukken, om zo consumenten aan het ‘werk te zetten’.

Het is dan ook heel begrijpelijk dat beleidsmakers angst hebben voor deflatie.

Ze kunnen er weinig aan doen (en dat vindt geen enkele beleidsmaker fijn) en voor hen betekent het wel dat de schulden duurder worden.

Maar voor consumenten, is deflatie toch helemaal niet slecht? En je zou je zelfs kunnen afvragen; is deflatie niet een natuurlijk bijverschijnsel van innovatie?

Denk er eens over na:
– Elektriciteit wordt goedkoper door innovatie
– Door het internet worden films kijken, documentaires zien e.d. ook goedkoper (innovatie)
– Elektronica zoal computers worden goedkoper (innovatie)
– Airbnb heeft de prijzen voor reizen gedeflateerd (innovatie/ disruptie)
– Uber die voor taxiritjes (innovatie/ disruptie)
– Bitcoin die voor de kosten van financieel betalingsverkeer (innovatie/ disruptie)

Overal waar wordt geïnnoveerd, zijn we in staat om meer te leveren voor (soms relatief) minder geld. En soms helemaal gratis.

Elektronicachips, zijn binnen 2 decennia waarschijnlijk goedkoper dan water. Dat is geen inflatie, maar deflatie. En dat is helemaal niet erg.

En robots die straks kunnen opereren, zonder vermoeidheid of enig verlies van concentratie? Die gaan uiteindelijk goedkoper zijn dan chirurgen.

Inflatie is dus onzin, zolang er wordt geïnnoveerd.

En de koopkracht van consumenten gaat er met deflatie eigenlijk gewoon op vooruit. Tenzij je jezelf net als een overheid, hebt overladen met schulden.

Nu zeg ik niet dat er geen inflatie is. Want die is er wel. Maar die is er vooral, omdat dit de overheid en bedrijven goed uitkomt.

En met oog op de stevige schulden die overal zijn aangegaan sinds de kredietcrisis (ironisch he, dat de kredietcrisis zorgde voor alleen maar meer krediet), is een hevige inflatie voor veel overheden helemaal prima.

Zolang de inflatie maar geen Venezolaanse proporties aanneemt.

Dat geeft beleggers dus een dilemma. Aan de ene kant is inflatie iets waar overheden wereldwijd op inzetten en aan de andere kant is er zoveel innovatie, dat deflatie alleen maar natuurlijk is.

Welke kant gaat het dan op?

Uiteindelijk zet ik in op deflatie. Maar niet voordat beleidsmakers alles uit de kast hebben getrokken om die schulden op z’n minst weg te inflateren (een soort inflatiebubbel).

Hoe je daar nu weer op in moet spelen? Dividend & energie.

Energie, omdat de wereldbevolking groeit. Er is dus steeds meer energie nodig. En het mooie van energie: hoe meer we er van hebben, hoe meer we ervan gebruiken.

Belangrijk is wel om vooral te kijken naar bedrijven die niet afhankelijk zijn van een overheid (subsidies).

Dividendaandelen, omdat dividend het goed doet in tijden van inflatie (net zoals alle andere aandelen), maar ook in tijden van deflatie: het uitgekeerde dividend is dan in koopkracht meer waard.

Een combinatie hiervan is een prima beschermer tegen zowel deflatie als inflatie. En zo kijk ik naar beleggen: ik kan hele mooie redenen hebben om eerst inflatie te verwachten en uiteindelijk deflatie…. maar als dit niet uitkomt, wil ik nog steeds geld verdienen.

Daarom hebben Francis en ik, in het USA Rapport, een aandeel opgenomen dat profiteert van een vraag naar energie (vooral groene duurzame energie) en een dividendrendement heeft van 5,5%.

Mocht er inflatie komen: dit aandeel zal in trek zijn bij beleggers. En mocht er deflatie komen? Dan is het dividend de ultieme turbo voor de koopkracht. Een win/win.

Volg michiel op de voet

Direct zien wanneer Michiel een nieuwe kooptip plaatst? Meld je GRATIS aan!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

We vinden het jammer dat u stopt...

Weet u zeker dat u uw BeursBits-abonnement wilt stopzetten? Door hieronder op Stopzetten te drukken, maak u uw opzegging definitief.